Na verspreiding door Texas werd het spel in 1963 in Las Vegas geïntroduceerd door Corky McCorquodale in de California Club. Het werd snel populair en verspreidde zich naar casino's zoals de Golden Nugget en Dunes. In 1967 begonnen Texaanse gokkers zoals Crandell Addington, Doyle Brunson en Amarillo Slim in Las Vegas te spelen, waarbij "ace high" werd ingevoerd in plaats van de eerdere lage aas. Addington verklaarde dat hij het spel voor het eerst in 1959 zag en meteen dacht dat het de dominante vorm van poker zou kunnen worden, omdat Hold'em meer strategie vereiste dan draw poker.
De Golden Nugget was aanvankelijk het enige casino in Las Vegas dat Texas Hold'em aanbood, maar omdat het geen rijke klanten trok, verhuisden professionele spelers in 1969 naar het Dunes Casino. Hier begon het spel echt populair te worden, mede door de onervarenheid van veel spelers.
In 1969 werd het eerste pokertoernooi gehouden tijdens de tweede jaarlijkse Gambling Fraternity Convention. In 1970 kochten Benny en Jack Binion de rechten op deze conventie en hernoemden het tot de World Series of Poker (WSOP). Na suggestie van een journalist werd No-Limit Texas Hold'em de hoofdwedstrijd van de WSOP. De interesse in dit evenement groeide gestaag, van slechts acht deelnemers in 1972 tot meer dan tweehonderd in 1991.
In 1978 publiceerde Doyle Brunson zijn invloedrijke boek Super/System, wat de manier waarop poker werd gespeeld veranderde. Dit boek, samen met Al Alvarez' The Biggest Game in Town, hielp Texas Hold'em (en poker in het algemeen) bekendheid te geven bij een breder publiek.
In de jaren '80 groeide de populariteit van Texas Hold'em buiten Nevada, vooral na een juridische uitspraak in Californië die het spel als legitiem onderscheidde van andere verboden pokervarianten. Ook werd het spel in Europa geïntroduceerd door bookmakers Terry Rogers en Liam Flood na hun bezoek aan Las Vegas.